Als resultaat van de mens of door de mens geproduceerd.
Administratie Waterwegen en Zeewezen
De afdeling Waterwegen Kust streeft samen met een aantal
partners naar een Geïntegreerd Kustzonebeheer (GKZB).
GKZB kun je zien als een voortdurend proces. De algemene
doelstelling hierbij is de verwezenlijking van een duurzame
ontwikkeling in de kustzone. Hiermee wordt een ontwikkeling
bedoeld die de volgende generatie van minstens evenveel
economische, sociale en ecologische waarden verzekert,
als die waarvan wij mogen genieten. Dit kan door een
optimaal beheer van de menselijke activiteiten.
In de atmosfeer nemen bepaalde gassen de infrarode stralen
van de zon (het ‘warme’ element van de stralen)
op waardoor ze als het ware een mantel vormen die de
warmte vasthoudt, net als in een serre het geval is.
Dit natuurlijk fenomeen heet ‘broeikaseffect’
en zorgt ervoor dat de planeet een gemiddelde temperatuur
heeft van 15°C in plaats van –18°C. Het
natuurlijk broeikaseffect (wat op zich een positief
fenomeen was) wordt sinds de Industriële Revolutie
(ca. 1750) versterkt door menselijke activiteiten, die
bijkomende broeikasgassen uitstoten. Deze menselijke
input zorgt dus voor een versterkt broeikaseffect met
opwarming van de aarde tot gevolg.
Dit is iemand die gletsjers en ijskappen onderzoekt.
Glaciologen zijn met name geïnteresseerd in verbanden
tussen het klimaat in het verleden, het heden en de
toekomst.
Een golfbreker dient, zoals de naam al doet vermoeden,
om de golven te breken. Ze worden altijd dwars op de
golfrichting gebouwd of dus evenwijdig en niet dwars
op de kustlijn. Golfbrekers worden vaak gebruikt om
een haven te beschermen.
IPCC staat voor ‘Intergovernmental Panel on Climate
Change’. Dit is een intergouvernementele onderzoekscel
die zich vastbijt in het onderzoek naar klimaatveranderingen.
Kaaimuren zijn zelfdragende verticalen structuren in
gewapend beton, metselwerk en/of damplanken, die het
aanmeren van schepen in havens mogelijk maken. De kaaimuur
stabiliseert de achterliggende grond en dient als aanzet
voor de kaai bij het laden en lossen van schepen.
Het klimaat wordt doorgaans omschreven als het “gemiddelde
weer”. De omschrijving is geldig voor een bepaalde
streek (bv. West-Europa) en voor een bepaalde periode.
Door de Wereld Meteorologische Organisatie (WMO) wordt
een klimaat per definitie bepaald op basis van weersgegevens
over een periode van dertig jaar. In de brede zin is
het de beschrijving van de toestand van een klimaatsysteem.
Hierin maken we een onderscheid tussen harde en zachte
kustverdediging:
Harde kustverdediging. Dit zijn niet-flexibele zeeweringstechnieken die
rechtstreeks ingrijpen in de kustdynamische processen.
Veelal zijn ze schadelijk voor de aangrenzende stranden.
Voorbeelden hiervan zijn strandhoofden, strandkribben
en golfbrekers.
Zachte kustverdediging. Natuurlijke of zachte zeeweringen
zorgen voor een dynamisch evenwicht met de zee. Met
zachte zeeweringstechnieken speelt men in op het dynamisch
kustgedrag. Deze beschermende zone kan van enkele honderden
meter tot een paar kilometer breed zijn en tot 30 meter
hoog. Enkele voorbeelden zijn rijshoutaanplanting, zandsuppletie
en zandvangschermen.
Het Longardsysteem is een weinig efficiënte en
niet meer gebruikte methode van kustverdediging. Ze
bestaat in principe uit een eerste buis (diameter 1,80
m) ter hoogte van de duinvoet en een aantal kleinere
buizen (diameter 1,00 m) parallel aan en loodrecht op
de eerste. Elke buis bestaat uit een uitwendig omhulsel
van geweven synthetische vezels, bestand tegen UV-straling,
olie en chemicaliën, en een inwendig omhulsel in
ondoorlatend polyethyleen, opgevuld met zand. Het aanleggen
van het Longardbuizenstelsel kan gepaard gaan met het
uitvoeren van zandophogingen (zand afkomstig uit zee).
Onderwaterschermen zijn opgebouwd uit kunststof doeken
(geotextielen) uitgerust met een verankering en een
drijflichaam. Ze fixeren en/of vertragen het zandtransport.
Verticale schermen worden onder de laagwaterlijn in
verschillende rijen volgens bepaalde patronen aangebracht.
De retourperiode is een term om de kracht van een storm
uit te drukken. Deze retourperiode geeft de kans weer
op het voorkomen van een storm van een bepaalde kracht.
Zo spreekt men onder andere over een honderdjarige en
duizendjarige storm, of dus een storm die gemiddeld
gesproken één keer om de honderd, respectievelijk
duizend jaar voorkomt. Elke stormvloed wordt gekarakteriseerd
door een bepaalde retourperiode.
Dit zijn sluizen die schepen tussen een (zee)haven en
een waterweg kunnen versassen.
Strandhagen zijn opgebouwd uit elzenhouten en dennenhouten
takkenbussels die verticaal in het strand of op het
duin ingeplant worden. Strandhagen vervullen dezelfde
rol als windschermen.
Dit zijn korte strandhoofden (50 tot 100 meter) gelegen
op het droogstrand en opgebouwd uit gesloten of open
metselwerk. Strandkribben zijn aan de landzijde verankerd
in het duin of in de dijk.
Strandhoofden zijn dwarse structuren op het strand die
reiken tot op de onderwateroever (lengte tot 600 m)
en die de (erosieve) getijstromingen uit de kustlijn
moeten "duwen". Door hun dwarse structuur
kunnen strandhoofden ook het langtransport van zand
vertragen. Strandhoofden en -kribben hebben een vrij
ondiepe fundering (0,5-1 m), al dan niet uitgerust met
zinkstukken. Het metselwerk van strandhoofden is meestal
opgebouwd uit 2-tons arduinblokken. Strandhoofden kunnen
uitgerust zijn met enkelvoudige of dubbele paalrijen
(breking van stromingen). Recent zijn ook strandhoofden
met zand- en steenasfalt gebouwd
Met strandprofileringen worden werkzaamheden op het
strand bedoeld waarbij het zand over het strand wordt
herverdeeld zonder dat dus zand van elders wordt aangevoerd.
Deze strandprofileringen beïnvloeden de totale
hoeveelheid zand in de secties niet. Bij strandophogingen
wordt wel zand op het strand aangevoerd: men gebruikt
hiervoor zeezand of specie afkomstig van de onderhoudsbaggerwerken
in de havens.
TAW staat voor Tweede Algemene Waterpassing. Dit is
het nationaal referentiepeil (nulpeil) voor hoogtegegevens
op het land. Dit punt bevindt zich 0,19 meter boven
het GLLWS, wat het gemiddelde laag laagwater springtij
niveau is.
Teledetectie is het waarnemen van iets op afstand. Satelieten
worden bijvoorbeeld vaak gebruikt voor het observeren
of waarnemen van de oceanen, maar teledectie kan ook
ook gebeuren vanuit een vliegtuig.
Dit is het verschijnsel waarbij het volume van een stof,
zoals water, toeneemt wanneer het opwarmt. Een warmere
oceaan zorgt daardoor voor een groter oceaanvolume en
dus een zeespiegelstijging.
Tsunami is het Japanse woord voor een vloedgolf die
ontstaan is als gevolg van een aardbeving in zee, verschuivingen in de zeebodem, afglijden van landmassa's of het inslaan van een meteoriet in zee..
Onder weer verstaan we de huidige toestand van de atmosfeer.
Dit kunnen we beschrijven aan de hand van bijvoorbeeld
de temperatuur, de luchtvochtigheid, de neerslag, de
bewolking en de wind. Tot op zekere hoogte kunnen we
het weer voorspellen. Tegenwoordig gebeurt dit aan de
hand van modelberekeningen in grote computers. De voorspelling
resulteert dan in een weersverwachting, en dit wordt
dan weergegeven in een weerbericht.
Windschermen zijn schermen met een hoogte van ca. 1
meter. Ze zijn opgebouwd uit houten pijlers met daartussen
geotextieldoeken. Deze doeken bevorderen de afzetting
van door de wind getransporteerd zand op het droogstrand.
Dit zijn werken waarbij het strand lokaal opgespoten
en/of opgehoogd wordt met zand dat veelal in zee gewonnen
wordt. Gezien de grote hoeveelheden die nodig zijn voor
strandsuppleties worden deze werken meestal in combinatie
uitgevoerd met werken waarbij zand moet uitgegraven
worden, zoals het compensatiebaggeren. Klassieke suppleties
houden een massaopspuiting op het droogstrand in. Profielsuppleties
zijn suppleties waarbij het zand onder zijn natuurlijk
profiel over droog- en natstrand uitgespreid wordt.
Voedingsbermen zijn onderwatersuppleties.
Zeedijken zijn infrastructuren parallel aan de kustlijn.
Ze zijn opgebouwd uit metselwerk en aangelegd op het
duin en de zeewaartse duinaanzet. De zeedijk is opgebouwd
uit verschillende elementen. Zo is er een beschoeiing
die bestaat uit houten of metalen palen of damplanken.
Er wordt een glooiing in metselwerk aangebracht. Deze
kan bestaan uit bv. baksteen of kalksteen en kan trappen
bevatten. Een steunmuur (keermuur) en een fundering
van bv. betonpalen zorgen voor de stevigheid. Er wordt
altijd een wandelpad voorzien met een reling, zodat
de mensen veilig kunnen genieten van een zicht op zee.
Dit is de stijging van het zeespiegelniveau ten gevolge
van klimaatveranderingen.
Een zeewering beschermt het lager gelegen binnenland
tegen overstromingen door de zee. De natuurlijke zeewering
bestaat uit het strand en de duinen. Door het spel van
wind, golven en stromingen kan de ligging van de zeewering
verschuiven.
|