Nergens ter wereld wordt een absolute kustveiligheid, dit is je beveiligen tegen elke mogelijke superstorm, nagestreefd. Dit is niet alleen onbetaalbaar, maar ook esthetisch niet wenselijk Daarom komt kustveiligheid overeen met een bepaald risico dat men als aanvaardbaar beschouwt en waartegen men zich wil wapenen. Kustverdediging wordt daarom uitgedrukt als de aanvaardbare frequentie van het falen van de kustverdedigingslinie. Zo kan een kustlijn bijvoorbeeld zo beveiligd zijn dat een overstroming pas verwacht wordt bij een storm die gemiddeld om de honderd of duizend jaar voorkomt.
De overschrijdingsfrequentie kan variëren naargelang het risico dat men voor een bepaald kustgedeelte aanvaardt.
Immers, een stormvloed zal niet op elk deel van de kust hetzelfde effect hebben. Dit is te wijten aan het feit dat zowel de sterke golfslag, krachtig genoeg om dijken of duinen kapot te slaan, of de overtopping, waarbij hoge waterstanden het water over de dijk of de strandwal tillen, van plaats tot plaats verschillen.
|