Aërosol:
Een aërosol is een minuscuul vast of vloeibaar
deeltje dat opgelost is in een gasvormig medium (atmosfeer).
Aërosolen worden geklasseerd volgens hun diameter
(µm) en kunnen organisch, anorganisch of biologisch
zijn. Wolken en mist zijn voorbeelden van een aërosol
dat bestaat uit zeer kleine druppeltjes water. Een voorbeeld
van een aërosol die bestaat uit vaste deeltjes
is rook.
Corrosie:
Het woord corrosie komt van het Latijnse werkwoord ‘corrodere’,
wat ‘stukknagen’ betekent.
Bij corrosie wordt een materiaal aangetast, beginnende
van het oppervlak. Voorbeelden hiervan zijn het roesten
van staal, afbraakverschijnselen van kunststoffen enz.
Eutrofiëring:
Eutrofiëring is afgeleid van het Grieks, waarbij ‘eu’
goed betekent, en ‘trope‘ voeding. Toch is
er weinig positief aan ‘eutrofiëring’.
Eutrofiëring duidt op een sterke toename van de hoeveelheid
voedingsstoffen zoals bv. fosfaten en nitraten in het
water of de bodem. Deze toename heeft een overmatige
algengroei als gevolg. Hierdoor gaat de zichtbaarheid
in het water sterk verminderen: de algen maken het water
troebel en groenig van kleur. De algenmassa’s
gebruiken de aanwezige zuurstof uit het water en produceren
soms giftige stoffen.
Katalysator:
Een katalysator is een onderdeel van een auto-uitlaat,
dat instaat voor het ‘schoonmaken’ van de
uitlaatgassen.
Metallurgie:
Dit is de leer en kunst van de metaalsmelterij, of anders
gezegd van de bereiding van metalen uit ertsen Dit deelgebied
van de materiaalkunde houdt zich bezig met de studie
van de fysische en chemische gedragingen van metalen
en hun mengsels (legeringen).
Psychosomatisch:
De term ‘psychosomatisch’ is afgeleid uit
het Grieks: ‘psuchè’ betekent geest
of ziel, terwijl ‘sooma’ staat voor lichaam.
Psychosomatische pijn is lichamelijke pijn die het gevolg
is van een psychische pijn of een psychisch probleem.
Sanatorium:
Een sanatorium is een inrichting waarin patiënten
die lijden aan chronische ziektes zoals tuberculose,
astma, allergieën of obesitas voor geruime tijd
worden opgenomen. Hier ondergaan ze dan een behandeling
die vooral gebaseerd is op het volgen van bepaalde leefregels.
Toxicologie:
De toxicologie bestudeert de werking van giftige stoffen
op dieren, planten en hun omgeving. Meestal gaat het
hier om de ongewenste effecten van een bepaalde stof.
Verwering:
Verwering is het fysisch en/of chemisch uiteenvallen
van gesteenten, onder invloed van atmosferische verschijnselen
(bv. regen, wind) of van de vegetatie.
Vliegas:
Vliegas komt vrij bij de verbranding van steenkool.
Het is fijne poedervormige as, die via het rookkanaal
de installatie verlaat. De as die onder in de installatie
achterblijft heet bodemas.
Zure regen:
Zure regen of zure depositie is een verzamelnaam voor
natte (regen) en droge neerslag van stoffen die een
verzurende werking uitoefenen op bodems, voorwerpen
en oppervlaktewateren. De pH of zuurtegraad van neerslag
(regen, sneeuw, mist, enz.) is in evenwicht met het
kooldioxide uit de atmosfeer als deze ongeveer 5, 6
bedraagt. Verontreinigingen in de buitenlucht kunnen
leiden tot een hoger zuurgehalte van de neerslag, dwz.
een lagere pH. In Nederland zijn waarden rond pH 4 bijvoorbeeld
heel gebruikelijk. Verontreinigingen als zwaveldioxide
(SO2), ammoniak (NH3) en stikstofoxiden (NO en NO2)
zijn de voornaamste oorzaken van de verzuring.
Verzuring:
Het proces van verzuring speelt een belangrijke rol
in de verstoring van ecosystemen. Zo sterven bossen
af, vergrast de heide, gaat de vitaliteit van planten
achteruit, verzuren meren, worden visbestanden aangetast
en raakt het grondwater verontreinigd met verhoogde
nitraatgehaltes. Verzuring beschadigt gebouwen en monumenten
en beïnvloedt de luchtkwaliteit. Dit kan aanleiding
geven tot gezondheidsproblemen. De belangrijkst boosdoeners
zijn stikstofoxiden (NOX), zwaveldioxide (SO2) en ammoniak
(NH3).
|