Vissers gebruiken vaak een eigen woordenschat. Zo noemen
ze de visserij met boomkorren ook vaak ‘bokken-visserij’.
En wist je dat een kotter of vissersboot met een boomkortuig
ook wel eens een ‘bokker’ wordt genoemd?
In de Belgische visserij vormt kabeljauw hoofdzakelijk
een bijvangstsoort. Vissers vangen kabeljauw voornamelijk
als ‘bijproduct” in de visserij op langoustine
en platvis. Een echt gerichte visserij met kabeljauw
als doelsoort bestaat in België nauwelijks. Hoewel
de Belgische zeevisserijvloot vrijwel niet gericht op
kabeljauw gaat vissen, maakt de kabeljauwvangst toch
ongeveer 10% uit van de totale Belgische aanlandingen.
Teruggooi wordt in het Engels ook wel eens ‘fisherman’s
selection’ genoemd. Het zijn namelijk de vissers
zelf die selecteren in wat ze wel of niet teruggooien
in zee.
Misschien heb je wel eens horen zeggen dat elk stukje
van de Noordzee jaarlijks vier keer door een boomkor
wordt verstoord? Dit dient toch wat te worden gerelativeerd.
Er zijn inderdaad gebieden in de Noordzee waar boomkorvisserij
heel intensief plaatsvindt, maar er zijn ook plaatsen
waar er bijna geen boomkorren worden gebruikt.
© NA
Bij ‘restocking’ zorgt men ervoor dat elke
vrijgelaten vis een merktekentje krijgt. Als vissers
dergelijke gemerkte vissen in hun netten vinden, kunnen
ze de merktekentjes binnenbrengen op het Departement
Zeevisserij en krijgen ze hier een kleine vergoeding
voor. Via de binnengebrachte merktekentjes kunnen wetenschappers
dan de trek (migratie), groei en gezondheidstoestand
van de vissen nagaan.
© Artemia Reference
Center
Vroeger dacht men dat de zee een onuitputtelijke bron
was van vis. Meer nog: men redeneerde dat als er meer
werd gevist, er ook meer vis zou komen om de weggenomen
exemplaren te vervangen. Nu weet men dat dit niet juist
is: de zee is helemaal niet onuitputtelijk en als we
nog lang vis willen eten, zullen er voldoende reglementen
moeten komen om de bevissing te verminderen. Alleen
zo zullen de vissen de nodige tijd krijgen om zich voort
te planten en groot te worden.
Wist je dat … visnetten in zee
Bijna alle scheepswrakken in het Belgische deel van
de Noordzee zijn geheel of gedeeltelijk bedekt door
visnetten die vissers overboord hebben gegooid. Veel
vissen die in en rond deze scheepswrakken zwemmen, kunnen
verstrikt raken in deze netten en sterven.
Het succesvol beïnvloeden van de voortplantingscyclus
van de vissen levert een heel groot voordeel voor de
kweker. De kweker kan bv. de vissen meerdere keren per
jaar eitjes laten produceren. Deze eitjes kan hij dan
opkweken tot marktklare vissen. Zo is de kweker dus
niet meer afhankelijk van de natuurlijke cyclus van
de vissen, die maar één keer per jaar
aanzet tot voortplanting.
China is de bakermat van de aquacultuur. De gewone karper
wordt er al heel lang gekweekt en vervolgens vanuit
China over grote delen van de wereld verspreid.
Vanaf de 16e eeuw, verloor de gewone karper echter zijn
aanzien in China. Men vertelt dat dit te maken heeft
met de naam van de keizer van de Tang Dynastie. Deze
keizer heette namelijk Lee, wat ook de Chinese naam
is van de gewone karper. Omdat de naam van de keizer
als heilig werd beschouwd, was het dus ondenkbaar dat
‘lee’ zou gekweekt en dan gevangen worden
om op te eten. Omwille hiervan schakelden de Chinezen
over op het kweken van andere karpersoorten.
© FAO
De productie van kaviaar is een proces van lange adem.
Vanaf het moment dat een steur geboren wordt, duurt
het twee jaar vooraleer men kan vaststellen of het om
een mannelijke of vrouwelijke vis gaat. Eenmaal men
het geslacht heeft kunnen bepalen, worden de vrouwelijke
vissen ondergebracht in vijvers voor een periode van
zes jaar. Pas na deze periode kan de kweker de kaviaar
verzamelen. Het bedrijf heeft dus acht jaar voorbereidend
werk vooraleer ze hun eerste potje kaviaar op de markt
kunnen brengen.
© FAO
Via deze link vind je meer uitleg over hoe men steur
kweekt en hoe de kaviaar wordt verzameld.
http://www.tradingminds.be/voorprogramma/dossierjoosen.htm
©
http://members.lycos.nl/jaarclubbeluga/newpage1.html
Het ontsnappen van vissoorten kan verstrekkende gevolgen
hebben. In Schotland bijvoorbeeld zijn in het jaar 2000
ongeveer 400.000 gekweekte zalmen ontsnapt. Dit heeft
als resultaat dat er nu door de vissers eigenlijk meer
gekweekte dan wilde zalmen worden gevangen.
Kwekers moeten soms trucjes toepassen om de vis te laten
wennen aan het artificiële voedsel. Zo gaan ze
bijvoorbeeld ’s morgens vooral artificieel voedsel
aan de vis geven omdat de vis dan veel honger heeft
en niet echt een onderscheid maakt in wat hij opeet.
Je kunt dit vergelijken met een mens die heel grote
honger heeft: zelfs de dingen die we niet echt graag
lusten, gaan we opeten als we heel hongerig zijn. Later
op de dag wordt dan ook nog wat levend voedsel gegeven,
zodat de vissen zeker de nodige voedingsstoffen krijgen.
Dit levend voedsel helpt ook om het nog niet verteerde
artificiële voedsel te verteren.
|