ZeeluchtKlassikale sessieRandinformatie
Diavoorstelling
 
Kernmodel
Randinformatie
Gezonde
zeelucht

Citaten over
de
Noordzee

Luchtvervuiling
Zwevend stof
Psoriasis
 
Probleem
 
Wedstrijdvragen
Zwevend stof en aëorosolen

Zwevend stof is een mengsel van afzonderlijke, vloeibare of vaste deeltjes met uiteenlopende samenstellingen en afmetingen, die zo licht zijn dat ze gemakkelijk in de atmosfeer terechtkomen. Een gas met daarin rondzwevende vloeibare of vaste deeltjes noemt men een aërosol. Er zijn natuurlijke (bv. mist, rook uit een vulkaan, …) en antropogene (bv. sprays, …) aërosolen. Hierin onderscheidt men dan primaire en secundaire aërosolen, naargelang ze rechtstreeks in de atmosfeer werden uitgestoten of later door chemische reactie in de atmosfeer zijn onststaan.

Verschillende bronnen kunnen primaire aërosolen rechtstreeks uitstoten in de atmosfeer. Mechanisch gevormde deeltjes die in de atmosfeer komen door verkleining van grover materiaal behoren ook tot de primaire aërosolen. Ze hebben dezelfde samenstelling als het grover materiaal waaruit ze gevormd werden, bijvoorbeeld zware metalen bij metaalverwerking en asbest bij verwerking van asbestcement.

Secundaire deeltjes ontstaan in de atmosfeer door chemische reacties uit gasvormige componenten zoals ammoniak (NH3), zwaveldioxide (SO2), stikstofoxiden (NOx) of organische verbindingen. Deze gassen of de reactieproducten hiervan zijn minder vluchtig zodat ze windafwaarts aërosolen vormen door de vorming van nieuwe deeltjes (nucleatie) of door zich vast te hechten aan reeds bestaande deeltjes (coagulatie).

Om het gedrag van een deeltje te beschrijven, is het begrip aërodynamische diameter (a.d.) ingevoerd. Deeltjes hebben nu eenmaal veel grillige vormen. Dit maakt het de onderzoeker niet makkelijk en daarom wordt het begrip aërodynamische diameter ingevoerd. De a.d. van een stofdeeltje is gelijk aan de diameter van een bolvormig deeltje dat in de omgevingslucht hetzelfde gedrag vertoont als het betreffende stofdeeltje. PM10, PM2,5 en PM0,1 definieert men als de fractie van deeltjes (PM=particulate matter) met een a.d. kleiner dan respectievelijk 10, 2,5 en 0,1 µm.

De fractie PM0,1 omvat de ultrafijne deeltjes, de fractie PM2,5 is de som van ultrafijne en fijne deeltjes en de fractie PM10-2,5 beschrijft de grovere deeltjes van de PM10 fractie.