Kabeljauw leeft in de kustwateren en op
het continentaal plat van de Noord-Atlantische Oceaan.
Hij voelt zich zowel thuis op rots- als op zandbodems.
Hij wordt waargenomen tot 600 meter diep, maar verkiest
dieptes tussen de 10 en 200 meter.
Kabeljauw is een demersale vis, wat betekent dat
hij op of net boven de zeebodem leeft.
Kabeljauw kan tot 1,5 – 1,9 meter lang worden,
maar de vissen die op ons bord belanden zijn over
het algemeen een stuk kleiner.
De kabeljauw is gemakkelijk te herkennen aan de drie
gescheiden rugvinnen en de twee buikvinnen. Er is
een bleke, gebogen zijlijn zichtbaar. Op de onderkaak
staat een goed ontwikkelde kindraad. Dit is een tastorgaan,
dat de vis helpt bij het zoeken naar voedsel.
De kleur van de kabeljauw kan variëren van bruin
tot groen en grijs. Maar de rugzijde is altijd donker
en contrasteert met de bleke buik. |