Milieudruk: het gebruik van vismeel
in de aquacultuur
De meeste vissoorten die worden gekweekt
door de mens zijn vleeseters of carnivoren (bv. zalm,
zeebaars, ….). Dit betekent dat ze andere aquatische
organismen (meestal kleinere vissen) eten. Om de gekweekte
vissen te voorzien van de juiste eiwitten (proteïnen)
en onverzadigde vetten worden ze gevoederd met voer
dat bestaat uit vermalen vissen (vismeel en visolie).
De vissen die verwerkt worden tot vismeel kunnen wij
niet opeten omdat ze veel te klein zijn of omdat ze
te veel graten bevatten.
Milieuorganisaties zijn bezorgd over
de grote hoeveelheden vis die nodig zijn om verwerkt
te worden tot visvoer. Deze organisaties vrezen dat
dit leidt tot overbevissing van de kleinere, economisch
minder belangrijke soorten om de aquacultuur- industrie
te kunnen blijven voorzien van het nodige vismeel. Deze
kleinere en economisch onbelangrijke soorten zijn immers
wel de voedselbron voor heel wat wilde vis, waardoor
deze wilde vispopulaties in de problemen kunnen komen.
Grote inspanningen worden geleverd om alternatieve
voedselbronnen te vinden die evenwaardig zijn aan het
tot nu toe gebruikte vismeel, maar die minder belastend
zijn voor het milieu.